Leesniveaus

Zes leesniveaus worden er onderscheiden door het Europees Referentiekader:

A1 en A2: het niveau van de basisgebruiker; de lezer kan heel eenvoudige tot eenvoudige teksten lezen en begrijpen. 

B1 en B2: het niveau van de onafhankelijke gebruiker; de lezer kan ‘normale’ alledaagse teksten lezen en begrijpen. Een tekst op niveau B1 wordt begrepen door zo’n 80 procent van de Nederlandse bevolking.

C1 en C2: het niveau van de vaardige gebruiker; de lezer kan complexe teksten lezen en begrijpen. C1 is ongeveer mbo-plus tot hbo-niveau. 

(Tegenwoordig worden in het onderwijs de streefniveaus van Meijerink gebruikt. A2 is vergelijkbaar met 1 F (Meijerink) en B1 is vergelijkbaar met 2 F (Meijerink). 

Grote verschillen 
Het leesniveau van de totale Nederlandse bevolking is door de Nederlandse Taalunie in kaart gebracht. De twee grafieken illustreren waarom schriftelijke informatie door veel lezers niet goed begrepen wordt. Uit grafiek 1 wordt duidelijk dat de meeste Nederlanders (40%) lezen op niveau B1. En een flink percentage zit daar nog onder: bijna 20%. (De grafieken zijn afkomstig van BureauTaal.)



Het leesniveau van de meeste Nederlanders sluit helemaal niet aan op het leesniveau van bedrijven en overheden. Dat wordt duidelijk in grafiek 2. Want de meeste bedrijven en overheden in Nederland (70%!) communiceren op een te hoog niveau: C1.